Zwanewegel

 Links naast het neoclassicistisch burgerhuis, Dorp nr. 11, ligt voetweg de Zwanenwegel. 

Hoe deze wegel aan zijn naam komt ligt voor de hand. Aan de westkant lagen de swaenebochten en aan het Dorpsplein lag tot begin 19de eeuw herberg-brouwerij de swaene

De oudste vermelding die we van dit huis terugvonden dateert van 1554: (…) eender behuysde stede te belle aende plaetse gheleghen de swaene, toen bewoond door Ghisel de Valcke (1)

Bemerk dat Schellebelle toen nog kortweg ‘Belle’ genoemd werd. 

De tekst spreekt enkel van een behuysde stede en niet van een herberg, maar gezien het huis een naam heeft was het zeker een handelshuis en dus zeer waarschijnlijk toen al een herberg-brouwerij. Elke herbergier brouwde zelf bier voor de eigen herberg. In die tijd bestonden wel al straatnamen maar nog geen huisnummers. Ten behoeve van de belastingambtenaren moesten alle handelshuizen toen een naam hebben. 

Midden 17de eeuw werd het huis bewoond door Gheeraert de Ceuckeleer. Een voorvader, Charles De Ceuckeleire, was al in 1571 bekend als brouwer zonder dat we goed weten over welke brouwerij het precies gaat, mogelijks was dit toen ook de swaene

Naast herberg de swaene lag het swaene straetken. Maar wie heeft aan wie zijn naam geleend? 

Volgens de literatuur verwijst de herbergnaam naar een open waterput bij een brouwerij waarbij de naam soms aan de brouwerij zelf gegeven wordt. Dus een vijver die de brouwerij van het nodige brouwwater voorziet en waarop watervogels, o. a. zwanen, neerstrijken. 

In ons geval rijst de vraag of de vernoemde herberg wel naar een vijver en niet naar de aanpalende toponiemen genoemd werd.


De Hekkergemstraat werd in de 17de eeuw Meerschstraete genoemd. De langs beide kanten gelegen swaenen bochten waren dus hoogstwaarschijnlijk drassige weilanden met natuurlijke waterpoelen - uitermate geschikt voor watervogels - en daarenboven beschikte herberghe de swaene zeker in 1686 over een eigen waterput. Zo wordt na het overlijden van brouwer Jan van Hoye de steenput pompe kelder ende brauwerije geschat op 41 pond groot (2)


In de staat van goed van Pierijntken t’ Acquaert uit 1648 (3), wordt de Zwanewegel (zij woonde aan de oostkant) swaene straetken genoemd en de afbeelding uit het meetboek van 1658 maakt duidelijk dat het wel degelijk over een straetken gaat en geen weghelcken

Dit straetken (nu de wegel) was oorspronkelijk het verlengstuk van den waghenwegh loopende van schellebelle naer eertbrugghe, de huidige Stationsstraat en die vertrok van op de Dorpsplaats als verbindingsweg met Serskamp en verderop naar Aalst. Aan de huidige grens met Serskamp lag het kasteel en ’t goed ter Eertbrugghe

Volgens de richtlijnen van Maria Theresia van Oostenrijk (1740 - 1780) moest een wagenweg minstens 20 voet (5,5 m) breed zijn. 

In diezelfde periode was er wel nog een andere verbinding met de Dorpsplaats, een voetweg (breedte 5 voet of 1,4 m) die van aan de zuidoostkant van de zuidelijke swaenebochten vertrok en op de verbindingsweg tussen de mert en de Meerschstaete aansloot - op bijgaande reconstructiekaart in stippellijn weergegeven - en die nu het huidig traject van de Stationsstraat vormt. 

We vermoeden dat, na verloop van tijd, het swaene straetken niet meer aan vereisten van een wagenweg kon voldoen, te smal werd en men voor vrachtverkeer de aansluitende voetweg ging gebruiken, zodat de weginrichting veranderde. 

Op 1 januari 2012 werd het “Beboomd dorpsplein met voetweg Zwanewegel” als monument beschermd. 

……………………………… 

(1) Renteboek van Papeghem, 1554 (AR 156 - 252) 

(2) Staat van goed Jan van Hoye, 1686 (AR 156 - 31 / 4) 

(3) Staat van goed van Peeryntjen Tacquaert, 1648 (AR 156 - 24 / 12)


Deel deze informatie: